Welkom
Inlognaam:

Wachtwoord:




Vergeet me niet

[ ]
Bezoek onze facebookpagina
Belastingaangifte 2017 nog complexer
08 apr : 22:29  by William Keuninckx
De nieuwe ‘aangifte in de personenbelasting’ verscheen vandaag in het Staatsblad. De aangifte telt 885 codes. Terwijl de aangifte in 2015 nog aandikte met 43 codes en die van vorig jaar met 38 codes, tellen we dit jaar 75 extra codes. Die record-aangroei is toe te schrijven aan een alweer complexere hypotheekfiscaliteit, de wildgroei aan belastingtarieven op roerende inkomsten, de speculatiebelasting en de nieuwe fiscale stimuli voor horecapersoneel en personen in SWT (het vroegere brugpensioen).

Hypothecaire lening
De regionalisering van de hypotheekfiscaliteit, gestart door de zesde staatshervorming, draait op volle toeren. U beschikt nu over maar liefst 161 verschillende codes – l’embarras du choix – om uw woonlening aan te geven. Dat zijn er 30 meer dan vorig jaar.
Dit heeft natuurlijk alles te maken met de nieuwe fiscale stelsels die het Vlaamse en Waalse gewest invoerden voor leningen gesloten vanaf 2016. Die nieuwe stelsels gelden voor de woning die u zelf betrekt, de eigen woning. Zo kennen we in Vlaanderen de nieuwe ‘geïntegreerde woonbonus’ en in Wallonië de ‘Chèque Habitat’. Met die nieuwe regimes opent het vak IX van de nieuwe aangifte (nieuwe rubrieken B1 en B2).
De oude gewestelijke woonbonus (rubriek B3 van vak IX) blijft uiteraard bestaan voor leningen gesloten vóór 2016, maar in het Brusselse gewest ook nog voor leningen gesloten in 2016. Die oude woonbonus kan uitzonderlijk zelfs nog in het Waalse Gewest voorkomen voor leningen van 2016.
Vandaar dat, naast de ontdubbeling van de codes voor leningen gesloten vóór 2015 en leningen gesloten in 2015, die de aangifte van vorig jaar typeerde, we in de aangifte van dit jaar een verdere opsplitsing zien voor leningen gesloten in 2016. Voor elk nieuw jaar aparte regimes en codes, zeg maar.
Die opsplitsing voor ‘leningen gesloten in 2016’, vinden we ook nog terug voor de oude fiscale stelsels - gewone en bijkomende vermindering voor intresten en langetermijnsparen - zoals die bestonden vóór de invoering van de woonbonus (in 2005) en waarvoor u soms nog kan opteren voor uw lening van 2016 als u in het Brusselse of Waalse gewest woont. Die oude gewestelijke stelsels staan in de rubrieken B4 tot B6 van vak IX. Een gelijkaardige opdeling – contract vóór 2015, in 2015 en in 2016 – zien we ook bij de erfpacht- en opstalvergoedingen die worden betaald voor de eigen woning (rubriek B7 van vak IX).
Laat het een troost zijn, aan de federale hypotheekfiscaliteit met betrekking tot de niet-eigen woning, wijzigt er inhoudelijk niets (rubriek C van vak IX).

Meer dan ooit is het af te raden om zonder enige voorkennis het labyrint van vak IX – het failliet van de Belgische personenbelasting – te betreden. Op drie jaar tijd explodeerde dat vak van 53 tot 161 codes. Bovendien herbergt het nieuwe valkuilen. Een voorbeeld? Als u in het Vlaamse gewest woont en in 2016 leende, bv. voor de financiering van een zonnepaneelinstallatie op uw woning, aanvullend op een lening die u al sloot vóór 2016, bv. voor de aankoop van die woning, en u geeft ‘niets vermoedend’ beide leningen aan, dan speelt u de veel voordeligere Vlaamse woonbonus van uw aankooplening kwijt. Definitief en onherroepelijk. Dura lex, sed lex.
U moet de aangifteklus van uw hypotheek dus zelf klaren, al dan niet met behulp van software of een boekhouder. Want hoewel banken en andere kredietgevers de gegevens van de hypotheekattesten vanaf dit jaar automatisch uitwisselen met de fiscus, worden de hypotheekcodes, naar verluidt, nog niet vooraf ingevuld in Taxonweb, laat staan geoptimaliseerd.

Roerende inkomsten
Als een begroting moet worden opgesmukt, kan men altijd rekenen op de roerende inkomsten. Ieder jaar wordt daarom wel gesleuteld aan de belasting op intresten, dividenden, inkomsten uit de verhuring van roerende goederen zoals auto’s of meubilair, enzovoort. Zo is het ‘uniforme’ belastingtarief op roerende inkomsten eerst verhoogd van 25 tot 27 procent (inkomsten 2016, aangifte van dit jaar) en vervolgens tot 30 procent (inkomsten 2017, aangifte van volgend jaar). Maar zo uniform is dat basistarief niet, want het gaat gepaard met een boel uitzonderingstelsels waarvoor goedkopere tarieven gelden, gaande van 5, 10, 15, 17 tot 20 procent. Die 5 en 17 procent – uitlopers van de verhoging van de heffing op liquidatieboni – zijn de nieuwe belastingtarieven die dit jaar in de aangifte de kop opsteken en zorgen voor 24 extra codes in de aangiftevakken VII (roerende inkomsten) en XVI (diverse inkomsten van roerende aard).

Speculatiebelasting
In datzelfde vak XVI zijn bovendien nog vier extra codes opgenomen voor de aangifte van meerwaarden op aandelen die aan de speculatiebelasting (van 33%) onderworpen zijn. U weet wel, dat mislukte experiment rond de snelle verkoop van aandelen, opties en warrants, dat vanaf dit jaar alweer is afgevoerd omdat de belasting de schatkist meer kost dan opbrengt.

Het is echter opmerkelijk dat er niet in een code is voorzien voor de aangifte van het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing. In bepaalde situaties achtte de wetgever het immers niet uitgesloten dat te veel voorheffing zou worden ingehouden, bv. omdat mogelijk geen rekening werd gehouden met de aankoopprijs voor de bepaling van de belastbare meerwaarde. In dat geval moet de voorheffing nu gedeeltelijk kunnen worden gerecupereerd, maar zonder aangiftecode voor de voorheffing, kan dit niet gebeuren via de belastingafrekening. De belastingplichtige zal hiervoor een apart bezwaarschrift moeten indienen.

Overuren
In het zog van de belastingvrijstelling die ‘flexi-job’-werknemers genieten op het loon dat ze bijverdienen in de horeca, voerde de federale regering ook een belastingvrijstelling in voor het vaste horecapersoneel. Hun betaalde overuren worden vrijgesteld van belasting, tot maximaal 360 of 300 overuren per jaar, naargelang de horecazaak al dan niet over een witte kassa beschikt. Om die vrijstelling correct te berekenen en zo nodig te beperken, zijn er 16 nieuwe codes toegevoegd in vak IV van de aangifte (rubriek A12).
Omdat de aan te geven bedragen netjes op de fiscale inkomstenfiche 281.10 staan en automatisch in Taxonweb worden ingelezen, zullen die codes niet echt een probleem stellen voor de belastingplichtige.

SWT

Ook personen in SWT (het vroegere brugpensioen) genieten vanaf 2016 een nieuwe belastingvrijstelling. De toeslagen die de vroegere werkgever of een fonds binnen het ‘stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (SWT) of aanvullend bovenop dat stelsel doorbetalen, zijn belastingvrij op voorwaarde dat de persoon in SWT opnieuw aan de slag gaat als werknemer of als zelfstandige, én op voorwaarde dat die toeslagen betrekking hebben op een periode van werkhervatting. Deze maatregel werd ingevoerd als arbeidsstimulans voor SWT’ers.
Personen in SWT kunnen dus hun nieuwe arbeidsinkomen combineren met belastingvrije SWT-toeslagen. De belastingvrije toeslagen moeten uiteraard niet worden aangeven, maar als de vrijstelling niet van toepassing is, omdat de toeslagen nog betrekking hebben op een periode vóór 2016 of op een periode zonder werkhervatting in 2016, dan geldt voor die toeslagen nog de belastingvermindering voor vervangingsinkomsten. En aan die vermindering werd gesleuteld; ze verschilt namelijk naargelang van de periode waarop de toeslag betrekking heeft (vóór of vanaf 2016). Om de verschillende soorten toeslagen te identificeren en zo de vermindering correct te berekenen, werden er 10 nieuwe codes toegevoegd in vak IV van de aangifte (rubrieken D1a1 en E2a2). Die codes stellen evenmin een probleem omdat opnieuw alle aan te geven bedragen op de fiscale inkomstenfiches zijn opgenomen (fiches 281.16 en 281.18).

Errata
De aangifte bevat dit jaar ook een aantal zetduiveltjes, met inhoudelijke impact, waardoor fiscaal een en ander verkeerd zou kunnen worden geïnterpreteerd. Zo lezen we naast code 3350 “in 2015”, terwijl dit “vanaf 2015” moet zijn. En in de rubriek E van vak IV staat verkeerdelijk het jaartal 2005 in plaats van 2015. Naar verluidt volgen er nog errata om de foutjes recht te zetten. De correcte aangifte wordt op de website van de FOD Financiën gepubliceerd en zal naar de belastingplichtige worden verstuurd.

En verder
Verder noteren we nog volgende wijzigingen:
ook de partner kan nu zijn of haar eigen telefoonnummer en/of emailadres opgeven in vak I van de aangifte;
vak X (belastingverminderingen) herbergt twee extra codes voor de terugname van de eerder genoten belastingvermindering voor aandelen van startende ondernemingen. Nieuwe aandelen van startende kmo’s, waarop in het kader van de taxshelter-regeling voor starters is ingetekend, moeten vier jaar in het bezit van de belastingplichtige blijven. Zoniet wordt naar verhouding een deel van de genoten vermindering teruggenomen. Die terugname gebeurt nu voor het eerst, in rubriek J3 van vak X;
in vak XI krijgt de Vlaamse Winwinlening gezelschap van zijn Waalse tegenhanger, de lening ‘Coup de Pouce’ (vertaald: ‘duwtje in de rug’). Dergelijke lening, goed voor twee nieuwe codes, kan sinds vorig jaar worden verstrekt door inwoners van het Waalse Gewest aan startende ondernemingen die een poot of filiaal hebben in het Waalse Gewest. Net als de Winwinlening geeft de lening ‘Coup de Pouce’ recht op een belastingkrediet (= terugbetaalbare belastingvermindering);
het nieuwe fiscale stelsel van de deeleconomie vinden we nog niet terug in de nieuwe aangifte. Dat stelsel kan ten vroegste gelden vanaf de erkenning van het internetplatform dat het inkomen uit deeleconomie uitkeert. Aangezien die erkenning pas dit jaar wordt verleend, zal de nieuwe deeleconomie-rubriek pas opduiken in de aangifte van volgend jaar;
Er komen in de aangifte 88 nieuwe codes bij, maar er vallen er ook 13 oude weg (netto-aangroei dus met 75 codes). Zo wordt het belastingkrediet op de werkbonus berekend tegen nog slechts één percentage (28,03%) in plaats van twee percentages. Zo verdwijnen een aantal belastingverminderingen definitief uit de aangifte. Dat is het geval met de vermindering voor inbraak- en brandbeveiliging die nu in alle gewesten is afgeschaft. Ook de overdrachtstermijn van de federale verminderingen voor energiebesparende investeringen is intussen uitgedoofd. Die federale overgedragen verminderingen, bv. voor zonnepanelen, komen dus niet meer voor in de nieuwe aangifte. Dakisolatie is nog de enige groene investering die recht geeft op een vermindering, maar enkel in het Waalse of Vlaamse gewest, niet in Brussel.

Door die toenemende regionale versnippering van de personenbelasting, zijn er in de aangifte een pak meer voetnoten nodig om u er attent op te maken welke codes u, naargelang van uw woonplaats, al dan niet mag gebruiken. Aangifterubrieken die enkel relevant zijn in één bepaald gewest, verzwaren de aangifte voor inwoners van de andere gewesten. Want zeg nu zelf, een correcte aangifte laten afhangen van een voetnoot? Dat is verwarrend én onhoudbaar. We moeten durven erkennen dat de gewesten stilaan fiscaal elkaars ‘buitenland’ worden. Door ook de aangifte te regionaliseren - één aangifte per gewest – zou het verkeerd gebruik van aangiftecodes kunnen worden vermeden en een boel overbodige codes kunnen worden geschrapt.

Verder geven we nog mee dat de papieren aangifte op 30 juni 2017 moet worden ingediend.
Zoals elk jaar zal tax on web ten vroegste eind april worden opengesteld. De uiterste datum van indienen via tow wordt later bekendgemaakt.