Nieuws - categorie 'Fiscaal nieuws'
Eerste aanslagbiljetten verstuurd door fiscus
23 aug : 11:51 by William Keuninckx
De fiscus is begonnen met het versturen van de eerste van alles samen 7,4 miljoen aanslagbiljetten. Deze maand alleen al gaan er 1.155.000 de deur uit, aldus de FOD Financiën. Hierna een antwoord op de 7 meest gestelde vragen over dat belangrijke document.
Het aanslagbiljet van de fiscus is in aantocht. Dat document, afkomstig van de FOD Financiën, bevat het overzicht van de informatie op uw belastingaangifte, de berekening van uw belastingen, alsook – en daar draait het per slot van rekening om – het bedrag dat u in het beste geval terugkrijgt of in het slechtste geval moet bijbetalen.
1. Wanneer ontvang ik mijn aanslagbiljet?
De fiscus heeft tijd tot ten laatste 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarin u uw belastingaangifte hebt ingediend, om de belasting te berekenen en het aanslagbiljet te versturen. Dus in de praktijk tot 30 juni 2025.
“Wij kunnen u echter geen exacte datum meedelen. De datum hangt namelijk van verschillende factoren af: de indieningsdatum van de aangifte, de eventuele controle van de gegevens of de wijze van indiening”, aldus de FOD Financiën. Papieren aangiften moeten bijvoorbeeld eerst worden ingescand en worden dus later verwerkt dan digitale aangiften via Tax-on-web. Diende u uw belastingaangifte online in, dan is de kans reëel dat u sneller het aanslagbiljet krijgt, tenzij uw aangifte er voor controle wordt uitgepikt: “De aangiften die we controleren, worden niet automatisch verwerkt. Voor die gevallen wordt het aanslagbiljet later verstuurd.”
Goed om te weten: de verzenddatum van het aanslagbiljet kan elk jaar verschillen – “het is dus normaal dat u dit jaar het aanslagbiljet op een andere dag ontvangt dan vorig jaar” – en de fiscus maakt naar eigen zeggen “geen onderscheid tussen de aanslagbiljetten met betaling of met terugbetaling”.
2. Ik heb een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen. Krijg ik nog een aanslagbiljet?
Jawel, u krijgt in alle gevallen een aanslagbiljet, ongeacht of u akkoord ging met het voorstel dan wel correcties en toevoegingen aanbracht.
3. Hoe krijg ik mijn aanslagbiljet?
Op papier met de post of online in uw eBox, de digitale brievenbus van de overheid. U moet die laatste dan wel hebben geactiveerd op -link-. Zijn jullie samenwonend of gehuwd en dienen jullie een gezamenlijke aangifte in, dan moet u allebei uw eBox activeren als u geen papieren aanslagbiljet meer wenst te ontvangen.
Goed om te weten: de melding via de eBox vervangt de verzending van de belastingberekening via Zoomit. De belastingberekeningen worden dus niet meer ter beschikking gesteld in uw onlinebankomgeving, maar u kunt wel rechtstreeks online betalen via MyMinfin.
4. Hoe kan ik nagaan of mijn aanslagbiljet onderweg is?
Door in te loggen op MyMinfin, want het aanslagbiljet wordt automatisch toegevoegd aan uw online dossier. Aanmelden kan via itsme of met uw e-ID (en pincode). Klik vervolgens bij ‘Mijn Documenten’ op ‘Mijn aanslagbiljet (belastingberekening) raadplegen’.
“Als u uw laatste aanslagbiljet niet vindt, betekent dit dat het nog niet werd opgemaakt. Wij kunnen echter niet zeggen wanneer onze toepassingen het aanslagbiljet zullen versturen. Het heeft dus geen zin om voor deze info met onze diensten contact op te nemen”, voegt de fiscus er fijntjes aan toe.
5. Wat moet ik doen als ik een fout opmerk in het aanslagbiljet?
Gaat het om een feitelijke fout, dan moet u onmiddellijk uw belastingkantoor contacteren. De contactgegevens vindt u op het aanslagbiljet. Merkt u dat het rekeningnummer niet klopt, dan moet u de wijziging doorgeven vóór de 5e dag van de maand waarin uw teruggave zal worden uitbetaald (of voor de 20e van de maand voorafgaand aan uw teruggave als u ervoor kiest om deze wijziging per post door te sturen). Die uiterste datum staat aangegeven op het aanslagbiljet.
Gaat u niet akkoord met het te betalen bedrag (of denkt u recht te hebben op een terugbetaling), dan kunt u een bezwaar indienen. Hiervoor vindt u alle informatie op uw aanslagbiljet onder de categorie ‘Wat moet ik doen als ik niet akkoord ga met de belastingaanslag’.
6. Het bedrag op mijn aanslagbiljet is niet hetzelfde als het bedrag dat vermeld stond in Tax-on-web. Wat nu?
Net als het voorstel van vereenvoudigde aangifte geeft Tax-on-web slechts een “voorlopige berekening van uw belasting”. Het definitieve bedrag wordt pas berekend bij de verwerking van uw belastingaangifte, enkele weken of maanden later. “Het kan gebeuren dat bepaalde informatie nog niet bekend is op het ogenblik van de voorlopige berekening. Het belastingbedrag zal dan in de definitieve berekening anders zijn.”
Hoe dan ook is enkel het bedrag op het aanslagbiljet van tel. U hoeft dus niets te doen als er een verschil is. Tenzij u niet akkoord gaat met de definitieve berekening. Dan kunt u natuurlijk een bezwaar indienen waarin u vermeldt wat volgens u niet correct is en waarom (zie vorige vraag).
7. Ik krijg geld terug van de fiscus. Wanneer landt dat op mijn rekening?
De datum waarop de fiscus het geld overmaakt, staat op het aanslagbiljet vermeld. De overschrijving gebeurt aan het einde van de tweede maand die volgt op de ontvangst van uw aanslagbiljet. Ontving u bijvoorbeeld uw aanslagbiljet op 7 augustus, dan moet u de belasting uiterlijk op 31 oktober terugkrijgen. Maar, zo benadrukt de fiscus, “hou er rekening mee dat het enkele dagen kan duren voor het bedrag op uw rekening komt”.
Bron Het Nieuwsblad / FOD Financiën
Het aanslagbiljet van de fiscus is in aantocht. Dat document, afkomstig van de FOD Financiën, bevat het overzicht van de informatie op uw belastingaangifte, de berekening van uw belastingen, alsook – en daar draait het per slot van rekening om – het bedrag dat u in het beste geval terugkrijgt of in het slechtste geval moet bijbetalen.
1. Wanneer ontvang ik mijn aanslagbiljet?
De fiscus heeft tijd tot ten laatste 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarin u uw belastingaangifte hebt ingediend, om de belasting te berekenen en het aanslagbiljet te versturen. Dus in de praktijk tot 30 juni 2025.
“Wij kunnen u echter geen exacte datum meedelen. De datum hangt namelijk van verschillende factoren af: de indieningsdatum van de aangifte, de eventuele controle van de gegevens of de wijze van indiening”, aldus de FOD Financiën. Papieren aangiften moeten bijvoorbeeld eerst worden ingescand en worden dus later verwerkt dan digitale aangiften via Tax-on-web. Diende u uw belastingaangifte online in, dan is de kans reëel dat u sneller het aanslagbiljet krijgt, tenzij uw aangifte er voor controle wordt uitgepikt: “De aangiften die we controleren, worden niet automatisch verwerkt. Voor die gevallen wordt het aanslagbiljet later verstuurd.”
Goed om te weten: de verzenddatum van het aanslagbiljet kan elk jaar verschillen – “het is dus normaal dat u dit jaar het aanslagbiljet op een andere dag ontvangt dan vorig jaar” – en de fiscus maakt naar eigen zeggen “geen onderscheid tussen de aanslagbiljetten met betaling of met terugbetaling”.
2. Ik heb een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen. Krijg ik nog een aanslagbiljet?
Jawel, u krijgt in alle gevallen een aanslagbiljet, ongeacht of u akkoord ging met het voorstel dan wel correcties en toevoegingen aanbracht.
3. Hoe krijg ik mijn aanslagbiljet?
Op papier met de post of online in uw eBox, de digitale brievenbus van de overheid. U moet die laatste dan wel hebben geactiveerd op -link-. Zijn jullie samenwonend of gehuwd en dienen jullie een gezamenlijke aangifte in, dan moet u allebei uw eBox activeren als u geen papieren aanslagbiljet meer wenst te ontvangen.
Goed om te weten: de melding via de eBox vervangt de verzending van de belastingberekening via Zoomit. De belastingberekeningen worden dus niet meer ter beschikking gesteld in uw onlinebankomgeving, maar u kunt wel rechtstreeks online betalen via MyMinfin.
4. Hoe kan ik nagaan of mijn aanslagbiljet onderweg is?
Door in te loggen op MyMinfin, want het aanslagbiljet wordt automatisch toegevoegd aan uw online dossier. Aanmelden kan via itsme of met uw e-ID (en pincode). Klik vervolgens bij ‘Mijn Documenten’ op ‘Mijn aanslagbiljet (belastingberekening) raadplegen’.
“Als u uw laatste aanslagbiljet niet vindt, betekent dit dat het nog niet werd opgemaakt. Wij kunnen echter niet zeggen wanneer onze toepassingen het aanslagbiljet zullen versturen. Het heeft dus geen zin om voor deze info met onze diensten contact op te nemen”, voegt de fiscus er fijntjes aan toe.
5. Wat moet ik doen als ik een fout opmerk in het aanslagbiljet?
Gaat het om een feitelijke fout, dan moet u onmiddellijk uw belastingkantoor contacteren. De contactgegevens vindt u op het aanslagbiljet. Merkt u dat het rekeningnummer niet klopt, dan moet u de wijziging doorgeven vóór de 5e dag van de maand waarin uw teruggave zal worden uitbetaald (of voor de 20e van de maand voorafgaand aan uw teruggave als u ervoor kiest om deze wijziging per post door te sturen). Die uiterste datum staat aangegeven op het aanslagbiljet.
Gaat u niet akkoord met het te betalen bedrag (of denkt u recht te hebben op een terugbetaling), dan kunt u een bezwaar indienen. Hiervoor vindt u alle informatie op uw aanslagbiljet onder de categorie ‘Wat moet ik doen als ik niet akkoord ga met de belastingaanslag’.
6. Het bedrag op mijn aanslagbiljet is niet hetzelfde als het bedrag dat vermeld stond in Tax-on-web. Wat nu?
Net als het voorstel van vereenvoudigde aangifte geeft Tax-on-web slechts een “voorlopige berekening van uw belasting”. Het definitieve bedrag wordt pas berekend bij de verwerking van uw belastingaangifte, enkele weken of maanden later. “Het kan gebeuren dat bepaalde informatie nog niet bekend is op het ogenblik van de voorlopige berekening. Het belastingbedrag zal dan in de definitieve berekening anders zijn.”
Hoe dan ook is enkel het bedrag op het aanslagbiljet van tel. U hoeft dus niets te doen als er een verschil is. Tenzij u niet akkoord gaat met de definitieve berekening. Dan kunt u natuurlijk een bezwaar indienen waarin u vermeldt wat volgens u niet correct is en waarom (zie vorige vraag).
7. Ik krijg geld terug van de fiscus. Wanneer landt dat op mijn rekening?
De datum waarop de fiscus het geld overmaakt, staat op het aanslagbiljet vermeld. De overschrijving gebeurt aan het einde van de tweede maand die volgt op de ontvangst van uw aanslagbiljet. Ontving u bijvoorbeeld uw aanslagbiljet op 7 augustus, dan moet u de belasting uiterlijk op 31 oktober terugkrijgen. Maar, zo benadrukt de fiscus, “hou er rekening mee dat het enkele dagen kan duren voor het bedrag op uw rekening komt”.
Bron Het Nieuwsblad / FOD Financiën
Indieningstermijn Aangiften Aanslagjaar 2024
28 jan : 17:53 by William Keuninckx
We blikken even vooruit naar de aangifteperiode die er zit aan te komen voor de inkomsten 2023. In de beleidsnota waarin Minister Vincent Van Petegem en het ITAA overeen kwamen welke termijnen er gerspecteerd dienen te worden, staan ook deze voor het aanslagjaar 2024 vermeld.
We brenegen u even deze termijnen in herinnering.
Opening Tax-on-Web en Biztax: ten laatste 30 april
Beschikbaarheid van de applicaties: 5 maanden
Deadlines vanaf aanslagjaar 2024:
Vennootschap: 30 september
Personenbelasting:
Algemeen: 15 juli
Inkomsten uit een zelfstandige activiteit (winsten, baten, bezoldigingen van bedrijfsleiders of aan meewerkende echtgenoten), complexe aangiften en buitenlandse beroepsinkomsten: 15 oktober
Concreet vragen wij aan onze particuliere klanten om vanaf mei alle documenten te bezorgen aan ons kantoor. Wij verzenden in de loop van april naar onze klanten een herinneringsbrief met een vragenlijst.
We brenegen u even deze termijnen in herinnering.
Opening Tax-on-Web en Biztax: ten laatste 30 april
Beschikbaarheid van de applicaties: 5 maanden
Deadlines vanaf aanslagjaar 2024:
Vennootschap: 30 september
Personenbelasting:
Algemeen: 15 juli
Inkomsten uit een zelfstandige activiteit (winsten, baten, bezoldigingen van bedrijfsleiders of aan meewerkende echtgenoten), complexe aangiften en buitenlandse beroepsinkomsten: 15 oktober
Concreet vragen wij aan onze particuliere klanten om vanaf mei alle documenten te bezorgen aan ons kantoor. Wij verzenden in de loop van april naar onze klanten een herinneringsbrief met een vragenlijst.
Wat brengt het jaar 2024 ?
27 dec : 11:23 by William Keuninckx
Op 1 januari 2024 worden op fiscaal vlak enkele zaken afgeschaft en andere zaken worden aangepast. Hierna overlopen we de belangrijkste dingen die volgend jaar gaan wijzigen. Zoals elk jaar is er goed nieuws en slecht nieuws.
KOPEN, BOUWEN OF VERBOUWEN
Einde verlaagd btw-tarief op zonnepanelen en zonneboilers. Het gunstige btw-tarief van 6 procent voor zonnepanelen en -boilers, van kracht sinds 1 april 2022, verdwijnt op 1 januari; vanaf dan geldt het standaardtarief van 21 procent. Voor warmtepompen blijft het verlaagde btw-tarief van 6 procent dan toch behouden voor woningen jonger dan 10 jaar; oudere woningen genieten sowieso dat verlaagde btw-tarief.
Afschaffing federale woonbonus. Wie in 2024 een tweede woning wil kopen als opbrengsteigendom of tweede verblijf, heeft geen recht meer op het voordeel voor “federaal langetermijnsparen voor kapitaalsaflossingen van niet-eigen woningen”, in de volksmond ‘de woonbonus tweede woning’ of ‘federale woonbonus’ genoemd. Die belastingvermindering bedroeg 30 procent op maximaal 2.350 euro, hetzij een voordeel van ongeveer 700 euro per jaar.
Geen premie meer voor zonnepanelen. Normaal zou de premie voor zonnepanelen in 2024 halveren naar 375 euro (in 2023 nog 750 euro), maar ”de prijzen zijn zodanig gedaald dat een extra subsidie vanuit het geld van de belastingbetaler niet meer nodig is”, aldus de Vlaamse regering.
Premie voor appartementsbewoners. Vanaf het voorjaar van 2024 kan je als eigenaar-bewoner binnen de Vlaamse ‘Mijn Verbouwpremie’ een aanvullende premie aanvragen na de energetische renovatie van de gemeenschappelijke delen binnen het flatgebouw. De premie is wel beperkt tot de laagste of middelste inkomenscategorie en sociale verhuurders.
Strengere regels voor verlaagd btw-tarief ‘sloop en heropbouw’. De federale regering heeft beslist om het verlaagde btw-tarief van 6% te verlengen voor particulieren. Zij het onder voorwaarden: de bewoonbare oppervlakte mag maximaal 200 m² zijn, de gesloopte en heropgebouwde woning moet 5 jaar als enige en eigen woning dienen of ze moet langdurig verhuurd worden in het kader van het sociaal huisvestingsbeleid. Wie een heropgebouwde woning koopt via een bouwpromotor komt helaas niet meer in aanmerking en betaalt 21 procent btw. Al zijn er wel overgangsmaatregelen: wie een heropgebouwde woning via een bouwpromotor aankocht en de omgevingsvergunning voor de heropbouw indiende voor 1 juli 2023, geniet wel nog het verlaagde tarief voor alle werkzaamheden die betaald of gefactureerd worden voor eind 2024. In de 32 centrumsteden met een permanent verlaagd btw-tarief van 6 procent volstaat het dat de vergunning voor de heropbouw is aangevraagd vóór 1 januari 2024.
Extra premie voor asbestverwijdering verlengd. De extra premie van 8 euro/m² voor asbestverwijdering in combinatie met muurisolatie (zowel voor residentiële als niet-residentiële gebouwen) of dakisolatie (niet-residentiële gebouwen) wordt verlengd. Aanvragen kunnen nu worden ingediend tot eind 2025, wat inhoudt dat facturen opgemaakt in 2024 en 2025 ook in aanmerking komen voor de premie op voorwaarde dat je de aanvraag tijdig indient.
Minder dossierkosten bij woonlening. Vanaf 1 januari mogen banken nog maximum 350 euro aan dossierkosten aanrekenen. Voordien was dit nog 500 euro. En als je een herfinanciering overweegt, zullen de dossierkosten vanaf januari ook dalen: van 250 naar 175 euro. De intrest op woonleningen is ook een stuk gedaald, waardoor lenen weer goedkoper wordt.
Meeneembaarheid registratierechten afgeschaft. Kocht je voor 2022 de woning waar je gedomicilieerd bent en heb je je oog laten vallen op een andere woning (geen tweede verblijf), dan kon je tot 31 december 2023 de registratierechten die je voor je huidige woning betaalde, deels recupereren bij de aankoop van je nieuwe woning. Wie de authentieke akte van de nieuwe woning ondertekent na 31 december 2023, zal echter 3 procent registratierechten moeten betalen.
UW BANKZAKEN
Na vier jaar ’bevriezing’ worden in 2024 de grensbedragen voor de fiscale vrijstelling op spaarboekjes en pensioensparen weer geïndexeerd. Voor pensioensparen geldt de vrijstelling van belastingen volgend jaar tot een maximuminleg van 1.020 euro (aan 30 procent) of tot 1.310 euro (aan 25 procent); tot nu was dat 990 en 1.270 euro. De belastingvrijstelling op intresten op gereglementeerde spaarboekjes stijgt van 980 naar 1.020 euro, die op dividenden gaat van 800 naar 833 euro. De aftrekbaarheid van het langetermijnsparen klimt van 2.350 naar 2.450 euro
Bron HLN
KOPEN, BOUWEN OF VERBOUWEN
Einde verlaagd btw-tarief op zonnepanelen en zonneboilers. Het gunstige btw-tarief van 6 procent voor zonnepanelen en -boilers, van kracht sinds 1 april 2022, verdwijnt op 1 januari; vanaf dan geldt het standaardtarief van 21 procent. Voor warmtepompen blijft het verlaagde btw-tarief van 6 procent dan toch behouden voor woningen jonger dan 10 jaar; oudere woningen genieten sowieso dat verlaagde btw-tarief.
Afschaffing federale woonbonus. Wie in 2024 een tweede woning wil kopen als opbrengsteigendom of tweede verblijf, heeft geen recht meer op het voordeel voor “federaal langetermijnsparen voor kapitaalsaflossingen van niet-eigen woningen”, in de volksmond ‘de woonbonus tweede woning’ of ‘federale woonbonus’ genoemd. Die belastingvermindering bedroeg 30 procent op maximaal 2.350 euro, hetzij een voordeel van ongeveer 700 euro per jaar.
Geen premie meer voor zonnepanelen. Normaal zou de premie voor zonnepanelen in 2024 halveren naar 375 euro (in 2023 nog 750 euro), maar ”de prijzen zijn zodanig gedaald dat een extra subsidie vanuit het geld van de belastingbetaler niet meer nodig is”, aldus de Vlaamse regering.
Premie voor appartementsbewoners. Vanaf het voorjaar van 2024 kan je als eigenaar-bewoner binnen de Vlaamse ‘Mijn Verbouwpremie’ een aanvullende premie aanvragen na de energetische renovatie van de gemeenschappelijke delen binnen het flatgebouw. De premie is wel beperkt tot de laagste of middelste inkomenscategorie en sociale verhuurders.
Strengere regels voor verlaagd btw-tarief ‘sloop en heropbouw’. De federale regering heeft beslist om het verlaagde btw-tarief van 6% te verlengen voor particulieren. Zij het onder voorwaarden: de bewoonbare oppervlakte mag maximaal 200 m² zijn, de gesloopte en heropgebouwde woning moet 5 jaar als enige en eigen woning dienen of ze moet langdurig verhuurd worden in het kader van het sociaal huisvestingsbeleid. Wie een heropgebouwde woning koopt via een bouwpromotor komt helaas niet meer in aanmerking en betaalt 21 procent btw. Al zijn er wel overgangsmaatregelen: wie een heropgebouwde woning via een bouwpromotor aankocht en de omgevingsvergunning voor de heropbouw indiende voor 1 juli 2023, geniet wel nog het verlaagde tarief voor alle werkzaamheden die betaald of gefactureerd worden voor eind 2024. In de 32 centrumsteden met een permanent verlaagd btw-tarief van 6 procent volstaat het dat de vergunning voor de heropbouw is aangevraagd vóór 1 januari 2024.
Extra premie voor asbestverwijdering verlengd. De extra premie van 8 euro/m² voor asbestverwijdering in combinatie met muurisolatie (zowel voor residentiële als niet-residentiële gebouwen) of dakisolatie (niet-residentiële gebouwen) wordt verlengd. Aanvragen kunnen nu worden ingediend tot eind 2025, wat inhoudt dat facturen opgemaakt in 2024 en 2025 ook in aanmerking komen voor de premie op voorwaarde dat je de aanvraag tijdig indient.
Minder dossierkosten bij woonlening. Vanaf 1 januari mogen banken nog maximum 350 euro aan dossierkosten aanrekenen. Voordien was dit nog 500 euro. En als je een herfinanciering overweegt, zullen de dossierkosten vanaf januari ook dalen: van 250 naar 175 euro. De intrest op woonleningen is ook een stuk gedaald, waardoor lenen weer goedkoper wordt.
Meeneembaarheid registratierechten afgeschaft. Kocht je voor 2022 de woning waar je gedomicilieerd bent en heb je je oog laten vallen op een andere woning (geen tweede verblijf), dan kon je tot 31 december 2023 de registratierechten die je voor je huidige woning betaalde, deels recupereren bij de aankoop van je nieuwe woning. Wie de authentieke akte van de nieuwe woning ondertekent na 31 december 2023, zal echter 3 procent registratierechten moeten betalen.
UW BANKZAKEN
Na vier jaar ’bevriezing’ worden in 2024 de grensbedragen voor de fiscale vrijstelling op spaarboekjes en pensioensparen weer geïndexeerd. Voor pensioensparen geldt de vrijstelling van belastingen volgend jaar tot een maximuminleg van 1.020 euro (aan 30 procent) of tot 1.310 euro (aan 25 procent); tot nu was dat 990 en 1.270 euro. De belastingvrijstelling op intresten op gereglementeerde spaarboekjes stijgt van 980 naar 1.020 euro, die op dividenden gaat van 800 naar 833 euro. De aftrekbaarheid van het langetermijnsparen klimt van 2.350 naar 2.450 euro
Bron HLN
E-invoicing tussen ondernemingen verplicht vanaf 01.01.2026
29 okt : 12:07 by William Keuninckx
Vanaf 1 januari 2026 zal de facturatie tussen ondernemingen elektronisch moeten gebeuren. Waarom is dat zo? En aan welke voorwaarden moet zo’n factuur voldoen? Een en ander kadert binnen een Europees voorstel om gestructureerd elektronisch te factureren. Op 08.12.2022 heeft de Europese Commissie een reeks maatregelen voorgesteld om het EU-systeem voor btw beter te laten werken voor bedrijven en beter gewapend te zijn tegen fraude, door digitalisering te omarmen en te bevorderen. De voorgestelde maatregelen zijn gebundeld in het ViDA-pakket (VAT in the Digital Age). Dit pakket bevat onder meer de verplichting tot het uitreiken van gestructureerde elektronische facturen (‘e-invoicing’). De stap naar digitale facturatie is van belang om de btw-kloof (het verschil tussen wat de overheid moet ontvangen aan btw-inkomsten en wat de overheid werkelijk ontvangt) te verkleinen en in te zetten op doorgedreven administratieve vereenvoudiging.
België springt mee op de trein.
Op 29.09.2023 keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed dat het gebruik van gestructureerde elektronische facturen verplicht voor b2b-transacties. Aanvankelijk was het de bedoeling om de verplichte elektronische facturatie gefaseerd in te voeren in functie van de omzet, te beginnen met de grootste ondernemingen, om vervolgens stelselmatig de verplichting uit te breiden. Uiteindelijk werd echter beslist dat alle btw-plichtigen uiterlijk vanaf 01.01.2026 gestructureerde elektronische facturen moeten opmaken als het b2b-transacties betreft.
Hoe elektronisch factureren?
Als u vanaf 01.01.2026 uw facturen elektronisch moet bezorgen, volstaat het niet langer om uw factuur bv. te scannen en als pdf-bestand aan een e-mail toe te voegen. U moet daarentegen werken met een zogenaamde XML-factuur die voldoet aan de Europese norm (PEPPOL – ‘Pan-European Public Procurement On-Line’) en die aangeleverd wordt volgens de Peppol-afspraken. PEPPOL is een protocol en netwerk waarmee bedrijven en overheden in heel Europa facturen op een veilige manier real-time kunnen uitwisselen.
Facturen aan particulieren
Als u in 2026 nog facturen aan particulieren maakt, kan dit nog op de klassieke manier. Op papier of via een email. De nieuwe wet geldt dus enkel voor facturen tussen bedrijven onderling. Ook als u via dagontvangsten werkt, verandert er voorlopig nog niets.
Voor meer informatie en om u concreet op weg te helpen, staat Afibel voor u klaar.
Wij kunnen u een oplossing aanbieden die rechtstreeks met onze boekhoudsoftware in vrbinding staat.
België springt mee op de trein.
Op 29.09.2023 keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed dat het gebruik van gestructureerde elektronische facturen verplicht voor b2b-transacties. Aanvankelijk was het de bedoeling om de verplichte elektronische facturatie gefaseerd in te voeren in functie van de omzet, te beginnen met de grootste ondernemingen, om vervolgens stelselmatig de verplichting uit te breiden. Uiteindelijk werd echter beslist dat alle btw-plichtigen uiterlijk vanaf 01.01.2026 gestructureerde elektronische facturen moeten opmaken als het b2b-transacties betreft.
Hoe elektronisch factureren?
Als u vanaf 01.01.2026 uw facturen elektronisch moet bezorgen, volstaat het niet langer om uw factuur bv. te scannen en als pdf-bestand aan een e-mail toe te voegen. U moet daarentegen werken met een zogenaamde XML-factuur die voldoet aan de Europese norm (PEPPOL – ‘Pan-European Public Procurement On-Line’) en die aangeleverd wordt volgens de Peppol-afspraken. PEPPOL is een protocol en netwerk waarmee bedrijven en overheden in heel Europa facturen op een veilige manier real-time kunnen uitwisselen.
Facturen aan particulieren
Als u in 2026 nog facturen aan particulieren maakt, kan dit nog op de klassieke manier. Op papier of via een email. De nieuwe wet geldt dus enkel voor facturen tussen bedrijven onderling. Ook als u via dagontvangsten werkt, verandert er voorlopig nog niets.
Voor meer informatie en om u concreet op weg te helpen, staat Afibel voor u klaar.
Wij kunnen u een oplossing aanbieden die rechtstreeks met onze boekhoudsoftware in vrbinding staat.
Verplichte vermelding op de factuur vervangt de attesten 6% BTW
06 apr : 10:34 by William Keuninckx
Op de factuur moet de aannemer alle elementen vermelden die de toepassing van het verlaagde btw-tarief rechtvaardigen. Bovendien moet de factuur vanaf 1 januari 2022 de volgende vermelding bevatten:
(*) ‘vijftien jaar’ voor:
het gedeelte van de prijs met betrekking tot de levering van gemeenschappelijke verwarmingsketels in appartementsgebouwen,
het gedeelte van de prijs van de levering van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van liftinstallaties, ongeacht het type van woning (eengezinswoning, appartementsgebouw…).
Als één (of meer) van de op de factuur vermelde toepassingsvoorwaarden van het verlaagde btw-tarief van 6 % niet vervuld zijn, moet u als bouwheer dit binnen een termijn van één maand schriftelijk betwisten bij uw aannemer. Dan kan u niet worden aansprakelijk gesteld voor de verkeerde toepassing van het verlaagde btw-tarief. Uw aannemer zal u een corrigerende factuur uitreiken met toepassing van het normale btw-tarief van 21 %.
De datum van de verzending van die betwisting geldt als datum van de betwisting. U dient er dus voor te zorgen dat die datum met zekerheid kan worden aangetoond (bijvoorbeeld door middel van een aangetekende zending of enig ander middel met een gelijkaardig effect).
Ter herinnering: tot 1 januari 2022 dient de bouwheer aan de aannemer een attest, onder welke vorm ook, te overhandigen dat de nodige inlichtingen bevat om de factuur met toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6 % te kunnen opstellen. Hierin moeten zeker de definitieve bestemming van het gebouw en de eerste ingebruikneming zijn opgenomen.
‘Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat
(1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar (*) voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken,
(2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en
(3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker.
Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21 % van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.’
(1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar (*) voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken,
(2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en
(3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker.
Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21 % van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.’
(*) ‘vijftien jaar’ voor:
het gedeelte van de prijs met betrekking tot de levering van gemeenschappelijke verwarmingsketels in appartementsgebouwen,
het gedeelte van de prijs van de levering van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van liftinstallaties, ongeacht het type van woning (eengezinswoning, appartementsgebouw…).
Als één (of meer) van de op de factuur vermelde toepassingsvoorwaarden van het verlaagde btw-tarief van 6 % niet vervuld zijn, moet u als bouwheer dit binnen een termijn van één maand schriftelijk betwisten bij uw aannemer. Dan kan u niet worden aansprakelijk gesteld voor de verkeerde toepassing van het verlaagde btw-tarief. Uw aannemer zal u een corrigerende factuur uitreiken met toepassing van het normale btw-tarief van 21 %.
De datum van de verzending van die betwisting geldt als datum van de betwisting. U dient er dus voor te zorgen dat die datum met zekerheid kan worden aangetoond (bijvoorbeeld door middel van een aangetekende zending of enig ander middel met een gelijkaardig effect).
Ter herinnering: tot 1 januari 2022 dient de bouwheer aan de aannemer een attest, onder welke vorm ook, te overhandigen dat de nodige inlichtingen bevat om de factuur met toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6 % te kunnen opstellen. Hierin moeten zeker de definitieve bestemming van het gebouw en de eerste ingebruikneming zijn opgenomen.
Aangiftetermijnen aanslagjaar 2023
23 jan : 23:42 by William Keuninckx
Het ITAA en Minister van Peteghem hebben een engagementsverklaring ondertekend om de jaarlijkse problematiek van de aangiftetermijnen definitief stop te zetten. De minister heeft het belang van deze engagementsverklaring nogmaals onderstreept in zijn beleidsnota.
Door deze overeenkomst zijn de indieningstermijnen een jaar op voorhand vastgesteld.
Voor de particuliere aangiften komt dit neer op een verkorting van de indieningstermijnen voor mandatarissen naar deze van de gewone burger.
Deadline Aangifte personenbelasting inkomsten 2022 :
Tax-on-web: 15 juli 2023.
Papier: 30 juni 2023
Voor de zelfstandigen is er wel meer tijd(voor zowel burgers als mandatarissen)
Inkomsten uit een zelfstandige activiteit (winsten, baten, bezoldigingen van bedrijfsleiders of aan meewerkende echtgenoten) en buitenlandse beroepsinkomsten is er tijd tot 18 oktober 2023
Forfaitaire grondslagen
Belastingplichtigen die belast worden op een forfaitaire grondslag dienen hun aangifte in uiterlijk op 15 januari 2024.
De belastingplichtigen zullen de indieningstermijn van hun aangifte in MyMinfin kunnen terugvinden.
Termijnen voor de wijziging van het voorstel van vereenvoudigde aangifte
-Via het papieren antwoordformulier: 30 juni 2023
-Via MyMinfin (Tax-on-web): 15 juli 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen)
Als het voorstel van vereenvoudigde aangifte gewijzigd moet worden door de toevoeging van:
winsten en/of baten,
en/of bezoldigingen bedrijfsleiders,
en/of bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden),
en/of buitenlandse beroepsinkomsten,
moet de belastingplichtige of de mandataris ten laatste op 15 juli 2023 een verlenging van de wijzigingstermijn aanvragen.
De aangifte zal dan ten laatste op 18 oktober 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen) via MyMinfin (Tax-on-web) ingediend kunnen worden.
Opening Tax-on-Web en Biztax: ten laatste 30 april
Deadline Aangifte vennootschapsbelasting: 9 oktober 2023
Een en ander betekent dat wij voor de particuliere aangiften alle fiscale stukken uiterlijk in de loop van de maand mei van onze particuliere klanten moeten ontvangen zodat we de aangifte tijdig kunnen doen. We gaan iedereen in de loop van april aanschrijven om deze stukken op te vragen.
Voor onze zelfstandigen en bedrijfsleiders vragen wij ook de fiscale documenten op in april en verwachten we deze uiterlijk samen met de btw documenten die voor 10 juli op ons kantoor dienen toe te komen. Eerder binnen brengen mag ook natuurlijk.
Wij rekenen op onze trouwe klanten om alles tijdig te bezorgen zodat onaangename verrassingen kunnen vermeden worden.
Door deze overeenkomst zijn de indieningstermijnen een jaar op voorhand vastgesteld.
Voor de particuliere aangiften komt dit neer op een verkorting van de indieningstermijnen voor mandatarissen naar deze van de gewone burger.
Deadline Aangifte personenbelasting inkomsten 2022 :
Tax-on-web: 15 juli 2023.
Papier: 30 juni 2023
Voor de zelfstandigen is er wel meer tijd(voor zowel burgers als mandatarissen)
Inkomsten uit een zelfstandige activiteit (winsten, baten, bezoldigingen van bedrijfsleiders of aan meewerkende echtgenoten) en buitenlandse beroepsinkomsten is er tijd tot 18 oktober 2023
Forfaitaire grondslagen
Belastingplichtigen die belast worden op een forfaitaire grondslag dienen hun aangifte in uiterlijk op 15 januari 2024.
De belastingplichtigen zullen de indieningstermijn van hun aangifte in MyMinfin kunnen terugvinden.
Termijnen voor de wijziging van het voorstel van vereenvoudigde aangifte
-Via het papieren antwoordformulier: 30 juni 2023
-Via MyMinfin (Tax-on-web): 15 juli 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen)
Als het voorstel van vereenvoudigde aangifte gewijzigd moet worden door de toevoeging van:
winsten en/of baten,
en/of bezoldigingen bedrijfsleiders,
en/of bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden),
en/of buitenlandse beroepsinkomsten,
moet de belastingplichtige of de mandataris ten laatste op 15 juli 2023 een verlenging van de wijzigingstermijn aanvragen.
De aangifte zal dan ten laatste op 18 oktober 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen) via MyMinfin (Tax-on-web) ingediend kunnen worden.
Opening Tax-on-Web en Biztax: ten laatste 30 april
Deadline Aangifte vennootschapsbelasting: 9 oktober 2023
Een en ander betekent dat wij voor de particuliere aangiften alle fiscale stukken uiterlijk in de loop van de maand mei van onze particuliere klanten moeten ontvangen zodat we de aangifte tijdig kunnen doen. We gaan iedereen in de loop van april aanschrijven om deze stukken op te vragen.
Voor onze zelfstandigen en bedrijfsleiders vragen wij ook de fiscale documenten op in april en verwachten we deze uiterlijk samen met de btw documenten die voor 10 juli op ons kantoor dienen toe te komen. Eerder binnen brengen mag ook natuurlijk.
Wij rekenen op onze trouwe klanten om alles tijdig te bezorgen zodat onaangename verrassingen kunnen vermeden worden.
De tijd dringt om uw statuten aan te passen
09 jan : 00:35 by William Keuninckx
Is uw BV opgericht vóór 1 mei 2019, dan moet u voor 01.01.2024 haar statuten laten aanpassen aan het nieuwe wetboek vennootschapsrecht, het WVV. Wat zijn de belangrijkste punten om over na te denken voordat u bij de notaris langsgaat?
Statuten aanpassen aan het nieuwe vennootschapsrecht
Verplicht? Ja, als uw BV vóór 01.05.2019 opgericht is, moet u uiterlijk tegen 31.12.2023 naar de notaris om de statuten te laten aanpassen aan het WVV. Er zijn daarop geen uitzonderingen. Past u de statuten niet aan, dan bent u vanaf 01.01.2024 als bestuurder(s) persoonlijk (en hoofdelijk) aansprakelijk voor de schade die uw vennootschap of derden als gevolg daarvan lijden. Uw BV kan op zich wel blijven functioneren.
Statutaire vrijheid.
Sommige regels van het WVV zijn van ‘dwingend recht’, lees: u kunt er in de statuten niet van afwijken. Denk maar aan de zgn. nettoactieftest en liquiditeitstest voor uitkeringen van het vermogen, de belangenconflictenregeling, de alarmbelprocedure, enz. De notaris zal die regels normaal gezien letterlijk uit de wet overnemen in de statuten. Er zijn echter ook kwesties die u wel zelf in de statuten kunt of moet regelen en waarover u dus het best vooraf al nadenkt. We zetten de belangrijkste voor u even op een rij.
Onbeschikbaar eigen vermogen en nieuwe inbrengen
Onbeschikbaar eigen vermogen. Wat vroeger het kapitaal en de wettelijke reserve was, is sinds 01.01.2020 het onbeschikbaar eigen vermogen van uw BV. Die onbeschikbaarheid kunt u bij de aanpassing van uw statuten gedeeltelijk of zelfs volledig opheffen. Die opheffing heeft twee voordelen. Vooreerst moet u dan bij een latere uitkering van dat eigen vermogen niet meer naar de notaris, een gewone algemene vergadering kan dan tot de uitkering beslissen. Verder kunt u zo vermijden dat de uitkeringen van dividenden en tantièmes beperkt worden door de nettoactieftest. Die nettoactieftest houdt nl. in dat winstuitkeringen niet mogelijk zijn als het nettoactief van uw vennootschap lager is dan het onbeschikbaar eigen vermogen of in de mate dat het nettoactief als gevolg van de uitkeringen onder dat onbeschikbaar eigen vermogen zou zakken.
Inbreng van nijverheid.
In een BV is het voortaan mogelijk om ‘nijverheid’ in te brengen, lees: aandelen te krijgen in ruil voor de belofte om bepaalde arbeid te leveren. Wilt u dat niet, dan moet u die mogelijkheid uitdrukkelijk uitsluiten in de statuten. Wilt u dat wel, dan doet u er goed aan om in de statuten te bepalen welke activiteiten in aanmerking komen als inbreng van nijverheid. U kunt ook kiezen om in de statuten af te wijken van de wet in de situatie dat een inbrenger van nijverheid wegens een externe oorzaak definitief of meer dan drie maanden zijn verbintenissen niet kan nakomen. Volgens de wet vervallen de aandelen dan, respectievelijk worden de rechten ervan dan opgeschort, maar mogelijk ziet u dat liever anders geregeld.
Volstorting nieuwe aandelen.
Worden er nieuwe aandelen uitgegeven, dan moeten ze in principe meteen volstort worden. U kunt daarvan afwijken in de statuten, en dus de uitgifte van aandelen met uitstel van volstorting mogelijk maken.
Zetel van de vennootschap, e-mailadres en website
Zetel. U bent niet langer verplicht om het volledige adres van uw vennootschap in de statuten op te nemen. Een vermelding van het gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) waar de zetel van de vennootschap gevestigd is, volstaat. U maakt het best gebruik van die versoepeling, want uw vennootschap kan dan voortaan binnen hetzelfde gewest verhuizen zonder dat daarvoor een statutenwijziging nodig is.
E-mail en website. U mag een e-mailadres en/of website van de vennootschap opnemen in de statuten. Normaal gezien doet u dat beter niet, omdat u anders bij een latere wijziging van het e-mail- of websiteadres uw statuten zal moeten aanpassen.
Stem- en winstrechten van de aandelen
Proportioneel of niet. Wat de aandelen betreft, is de wettelijke regeling dezelfde als vroeger, nl. dat de stem- en winstrechten proportioneel verdeeld zijn: elk aandeel geeft recht op één stem en een gelijk deel in de winst. U kunt echter – anders dan vroeger – in de statuten afwijken van die regeling en verschillende soorten aandelen creëren met verschillende (of zonder) stemrechten of winstrechten. Dat kan bv. interessant zijn in het kader van uw opvolging, om als overlater met een beperkt aantal aandelen toch nog de controle te behouden en u een relatief groot deel van de winst te laten toekennen.
Tip. U kunt die disproportionele verdeling van stem- en winstrechten niet alleen afspreken voor nog uit te geven aandelen, maar ook de rechten van de bestaande aandelen herschikken.
Let op! Denk eraan dat dividenden die toegekend worden aan aandelen met recht op een groter deel van de winst (zgn. preferente aandelen) uitgesloten zijn van de verlaagde roerende voorheffing (de VVPR-bis).
Overdracht van aandelen, uittreding en uitsluiting
Overdracht en overgang van aandelen. Regelt u niets in de statuten, dan kan een aandeelhouder zijn aandelen maar overdragen, of kunnen die na overlijden maar overgaan als ten minste 50% van de aandeelhouders die ten minste 75% van de aandelen bezitten (na aftrek van de aandelen die men wil overdragen) daarmee akkoord gaat. Voor overdrachten aan bepaalde personen, bv. andere aandeelhouders, de echtgeno(o)t(e) of kinderen is dat akkoord in principe niet vereist. Vroeger kon u die wettelijke regeling alleen verstrengen, voortaan kunt u ze ook versoepelen. Zelfs een volledige vrije overdraagbaarheid is mogelijk, hoewel dat voor familiale vennootschappen normaal gezien zelden aan te raden is. U kunt ook voorkooprechten voor de bestaande aandeelhouders afspreken en bepalen welke prijs er dan voor de aandelen betaald moet worden.
Uittreding en uitsluiting. In een BV kunnen aandeelhouders voortaan zelf uittreden of uitgesloten worden ten laste van het vennootschapsvermogen, wat kortweg wil zeggen dat de vennootschap hen uitkoopt. U moet die mogelijkheid in de statuten vermelden, en we raden u aan om dat te doen. Een uittreding of uitsluiting kan immers nog goed van pas komen wanneer een overlating van de BV of een herschikking van het aandeelhouderschap aan de orde is of wanneer er een conflict is tussen de aandeelhouders.
Bestuur
Samenstelling bestuursorgaan. Een BV kan bestuurd worden door één of meerdere bestuurders, of door een raad van bestuur. Zijn er meerdere bestuurders, dan kunnen die in principe ieder afzonderlijk de vennootschap besturen en vertegenwoordigen. U kunt van die wettelijke regeling afwijken en bv. in de statuten bepalen dat er telkens twee bestuurders documenten van de vennootschap moeten ondertekenen. Kiest u voor een raad van bestuur, dan worden de beslissingen in principe bij consensus genomen.
Ontslag bestuurders. Wettelijk gezien kunnen bestuurders zonder meer ontslagen worden, maar in de statuten kunt u voorwaarden bepalen voor het ontslag, of een opzeggingstermijn of - vergoeding afspreken. U kunt ook uzelf of andere bestuurders met naam benoemen in de statuten. U kunt dan alleen ontslagen worden via een statutenwijziging, waarvoor een 75%-meerderheid in de algemene vergadering nodig is.
Dagelijks bestuurder. U kunt ervoor kiezen om in uw BV te werken met een dagelijks bestuurder, wat vroeger alleen in een NV of CV mogelijk was, op voorwaarde dat die mogelijkheid vermeld is in de statuten. Doorgaans is dat in een kleine familiale vennootschap niet echt interessant.
Interimdividenden en uitgifte nieuwe aandelen.
In principe beslist alleen de algemene vergadering over de toekenning van dividenden en de uitgifte van nieuwe aandelen. U kunt echter in de statuten opnemen dat onder bepaalde voorwaarden die beslissingen ook door de bestuurders genomen kunnen worden.
Statuten aanpassen aan het nieuwe vennootschapsrecht
Verplicht? Ja, als uw BV vóór 01.05.2019 opgericht is, moet u uiterlijk tegen 31.12.2023 naar de notaris om de statuten te laten aanpassen aan het WVV. Er zijn daarop geen uitzonderingen. Past u de statuten niet aan, dan bent u vanaf 01.01.2024 als bestuurder(s) persoonlijk (en hoofdelijk) aansprakelijk voor de schade die uw vennootschap of derden als gevolg daarvan lijden. Uw BV kan op zich wel blijven functioneren.
Statutaire vrijheid.
Sommige regels van het WVV zijn van ‘dwingend recht’, lees: u kunt er in de statuten niet van afwijken. Denk maar aan de zgn. nettoactieftest en liquiditeitstest voor uitkeringen van het vermogen, de belangenconflictenregeling, de alarmbelprocedure, enz. De notaris zal die regels normaal gezien letterlijk uit de wet overnemen in de statuten. Er zijn echter ook kwesties die u wel zelf in de statuten kunt of moet regelen en waarover u dus het best vooraf al nadenkt. We zetten de belangrijkste voor u even op een rij.
Onbeschikbaar eigen vermogen en nieuwe inbrengen
Onbeschikbaar eigen vermogen. Wat vroeger het kapitaal en de wettelijke reserve was, is sinds 01.01.2020 het onbeschikbaar eigen vermogen van uw BV. Die onbeschikbaarheid kunt u bij de aanpassing van uw statuten gedeeltelijk of zelfs volledig opheffen. Die opheffing heeft twee voordelen. Vooreerst moet u dan bij een latere uitkering van dat eigen vermogen niet meer naar de notaris, een gewone algemene vergadering kan dan tot de uitkering beslissen. Verder kunt u zo vermijden dat de uitkeringen van dividenden en tantièmes beperkt worden door de nettoactieftest. Die nettoactieftest houdt nl. in dat winstuitkeringen niet mogelijk zijn als het nettoactief van uw vennootschap lager is dan het onbeschikbaar eigen vermogen of in de mate dat het nettoactief als gevolg van de uitkeringen onder dat onbeschikbaar eigen vermogen zou zakken.
Inbreng van nijverheid.
In een BV is het voortaan mogelijk om ‘nijverheid’ in te brengen, lees: aandelen te krijgen in ruil voor de belofte om bepaalde arbeid te leveren. Wilt u dat niet, dan moet u die mogelijkheid uitdrukkelijk uitsluiten in de statuten. Wilt u dat wel, dan doet u er goed aan om in de statuten te bepalen welke activiteiten in aanmerking komen als inbreng van nijverheid. U kunt ook kiezen om in de statuten af te wijken van de wet in de situatie dat een inbrenger van nijverheid wegens een externe oorzaak definitief of meer dan drie maanden zijn verbintenissen niet kan nakomen. Volgens de wet vervallen de aandelen dan, respectievelijk worden de rechten ervan dan opgeschort, maar mogelijk ziet u dat liever anders geregeld.
Volstorting nieuwe aandelen.
Worden er nieuwe aandelen uitgegeven, dan moeten ze in principe meteen volstort worden. U kunt daarvan afwijken in de statuten, en dus de uitgifte van aandelen met uitstel van volstorting mogelijk maken.
Zetel van de vennootschap, e-mailadres en website
Zetel. U bent niet langer verplicht om het volledige adres van uw vennootschap in de statuten op te nemen. Een vermelding van het gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) waar de zetel van de vennootschap gevestigd is, volstaat. U maakt het best gebruik van die versoepeling, want uw vennootschap kan dan voortaan binnen hetzelfde gewest verhuizen zonder dat daarvoor een statutenwijziging nodig is.
E-mail en website. U mag een e-mailadres en/of website van de vennootschap opnemen in de statuten. Normaal gezien doet u dat beter niet, omdat u anders bij een latere wijziging van het e-mail- of websiteadres uw statuten zal moeten aanpassen.
Stem- en winstrechten van de aandelen
Proportioneel of niet. Wat de aandelen betreft, is de wettelijke regeling dezelfde als vroeger, nl. dat de stem- en winstrechten proportioneel verdeeld zijn: elk aandeel geeft recht op één stem en een gelijk deel in de winst. U kunt echter – anders dan vroeger – in de statuten afwijken van die regeling en verschillende soorten aandelen creëren met verschillende (of zonder) stemrechten of winstrechten. Dat kan bv. interessant zijn in het kader van uw opvolging, om als overlater met een beperkt aantal aandelen toch nog de controle te behouden en u een relatief groot deel van de winst te laten toekennen.
Tip. U kunt die disproportionele verdeling van stem- en winstrechten niet alleen afspreken voor nog uit te geven aandelen, maar ook de rechten van de bestaande aandelen herschikken.
Let op! Denk eraan dat dividenden die toegekend worden aan aandelen met recht op een groter deel van de winst (zgn. preferente aandelen) uitgesloten zijn van de verlaagde roerende voorheffing (de VVPR-bis).
Overdracht van aandelen, uittreding en uitsluiting
Overdracht en overgang van aandelen. Regelt u niets in de statuten, dan kan een aandeelhouder zijn aandelen maar overdragen, of kunnen die na overlijden maar overgaan als ten minste 50% van de aandeelhouders die ten minste 75% van de aandelen bezitten (na aftrek van de aandelen die men wil overdragen) daarmee akkoord gaat. Voor overdrachten aan bepaalde personen, bv. andere aandeelhouders, de echtgeno(o)t(e) of kinderen is dat akkoord in principe niet vereist. Vroeger kon u die wettelijke regeling alleen verstrengen, voortaan kunt u ze ook versoepelen. Zelfs een volledige vrije overdraagbaarheid is mogelijk, hoewel dat voor familiale vennootschappen normaal gezien zelden aan te raden is. U kunt ook voorkooprechten voor de bestaande aandeelhouders afspreken en bepalen welke prijs er dan voor de aandelen betaald moet worden.
Uittreding en uitsluiting. In een BV kunnen aandeelhouders voortaan zelf uittreden of uitgesloten worden ten laste van het vennootschapsvermogen, wat kortweg wil zeggen dat de vennootschap hen uitkoopt. U moet die mogelijkheid in de statuten vermelden, en we raden u aan om dat te doen. Een uittreding of uitsluiting kan immers nog goed van pas komen wanneer een overlating van de BV of een herschikking van het aandeelhouderschap aan de orde is of wanneer er een conflict is tussen de aandeelhouders.
Bestuur
Samenstelling bestuursorgaan. Een BV kan bestuurd worden door één of meerdere bestuurders, of door een raad van bestuur. Zijn er meerdere bestuurders, dan kunnen die in principe ieder afzonderlijk de vennootschap besturen en vertegenwoordigen. U kunt van die wettelijke regeling afwijken en bv. in de statuten bepalen dat er telkens twee bestuurders documenten van de vennootschap moeten ondertekenen. Kiest u voor een raad van bestuur, dan worden de beslissingen in principe bij consensus genomen.
Ontslag bestuurders. Wettelijk gezien kunnen bestuurders zonder meer ontslagen worden, maar in de statuten kunt u voorwaarden bepalen voor het ontslag, of een opzeggingstermijn of - vergoeding afspreken. U kunt ook uzelf of andere bestuurders met naam benoemen in de statuten. U kunt dan alleen ontslagen worden via een statutenwijziging, waarvoor een 75%-meerderheid in de algemene vergadering nodig is.
Dagelijks bestuurder. U kunt ervoor kiezen om in uw BV te werken met een dagelijks bestuurder, wat vroeger alleen in een NV of CV mogelijk was, op voorwaarde dat die mogelijkheid vermeld is in de statuten. Doorgaans is dat in een kleine familiale vennootschap niet echt interessant.
Interimdividenden en uitgifte nieuwe aandelen.
In principe beslist alleen de algemene vergadering over de toekenning van dividenden en de uitgifte van nieuwe aandelen. U kunt echter in de statuten opnemen dat onder bepaalde voorwaarden die beslissingen ook door de bestuurders genomen kunnen worden.
Vanaf 1.1.2023 andere vermelding op factuur met Btw verlegd
30 dec : 00:16 by William Keuninckx
Vanaf 1 januari 2023 moeten de facturen die met Btw verlegd (voorheen Btw Medecontractant) opgemaakt worden, een nieuwe vermelding bevatten.
In plaats van “btw verlegd” moet voortaan de volgende melding op de factuur komen:
Het is dus belangrijk om uw facturatiesoftware tijdig aan te passen om boete te vermijden.
In plaats van “btw verlegd” moet voortaan de volgende melding op de factuur komen:
“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”
Het is dus belangrijk om uw facturatiesoftware tijdig aan te passen om boete te vermijden.
Tot 31.12.2022 is een plug-inhybride bestellen extra voordelig.
25 nov : 22:36 by William Keuninckx
De wet van 25.11.2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit wijzigt op ingrijpende wijze de fiscale aftrekbaarheid van kosten van personenwagens in de komende jaren (B.S. 03.12.2021).
De verstrengde autofiscaliteit zal pas uitwerking hebben voor auto’s besteld, geleased of gehuurd na 30 juni 2023. Wie echter overweegt om een plug-inhybride wagen aan te schaffen, doet dat beter dit jaar nog. Waarom?
Wanneer bestellen?
Bijzondere datum: 1 januari 2023.
Wie tot en met 31/12/2022 een nieuwe plug-inhybride personenwagen bestelt, behoudt de huidige en zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid conform de gramformule en dit gedurende de gans termijn dat deze stekkerhybride wordt gebruikt. In de realiteit ligt de fiscale aftrek van de autokosten meestal tussen de 96,3 % en 100 %. Het feit dat deze bestelde wagen dan pas in 2023 of nog later wordt geleverd speelt geen rol.
Wie vanaf 01/01/2023 een nieuwe plug-inhybride personenwagen bestelt, moet weten dat de fiscale aftrekbaarheid van de fossiele brandstof die men tankt met zo’n plug-in hybride personenwagen terugvalt tot maximaal 50 %, ongeacht het resultaat van de gramformule (dat doorgaans op een hoger percentage zal uitkomen). Om die reden kan het interessant zijn om de aankoop niet uit te stellen tot na 1 januari 2023, maar nog dit jaar actie te ondernemen. Als u met die hybride auto op elektriciteit rijdt dan blijft u die elektriciteitskosten aftrekken tegen de zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid uit de gramformule.
Scharnierdatum: 1 juli 2023.
Wie een plug in hybride personenwagen pas op 01/07/2023 of later bestelt, krijgt in den beginne nog steeds een hoog aftrekbaarheidspercentage conform de huidige gramformule (maximaal 50% op de fossiele brandstofkosten). Maar die aftrekbaarheid van alle autokosten, inclusief elektriciteit, wordt vanaf 2025 gradueel afgebouwd:
- in 2025 naar 75 %
- in 2026 naar 50 %
- in 2027 naar 25 %
- in 2028 naar 0 %
Het volstaat dat de plug in hybride personenwagen vóór 30 juni 2023 besteld wordt. Dan behoudt u de huidige en voordelige fiscale aftrekbaarheid conform de gramformule gedurende de gans termijn dat u deze stekkerhybride wordt gebruikt (fossiele brandsatf maximaal 50% bij bestelling vanaf 01/01/2023). De wagen hoeft nog niet noodzakelijk vóór 30 juni 2023 geleverd te zijn.
Juiste startdata van fiscale regels
De juiste startdata van fiscale regels wordt bepaald volgens :
de bestelbon opgemaakt en ondertekend voor een startdatum van nieuwe regels door de verkoper en koper-belastingplichtige van het voertuig indien deze niet kiest voor een leasingformule.
de leasingovereenkomst ondertekend voor de startdatum van nieuwe regels door de leasegever en leasenemer-belastingplichtige indien deze beslist om een leasingformule aan te gaan.
U moet dus een onderscheid maken tussen aankoop met leasing/renting of zonder leasing/renting om de voorwaarde van het ondertekende leasing of renting contract als voorwaarde te stellen.
Bij leasing en renting is men immers niet de aankoper van het voertuig, slechts de economische eigenaar. De juridische eigenaar, en dus ook de aankoper is de leasingfirma of rentingfirma.
Voor zuiver elektrische auto’s hoeft u zich nog niet te haasten. Die kosten zijn hoe dan ook voor 100% aftrekbaar, aangezien ze geen CO2 uitstoten. Pas voor bestellingen vanaf 2027 zal voorzien worden in een geleidelijke afbouw van de aftrek. Die daalt geleidelijk aan naar 67,5% in 2031.
De verstrengde autofiscaliteit zal pas uitwerking hebben voor auto’s besteld, geleased of gehuurd na 30 juni 2023. Wie echter overweegt om een plug-inhybride wagen aan te schaffen, doet dat beter dit jaar nog. Waarom?
Wanneer bestellen?
Bijzondere datum: 1 januari 2023.
Wie tot en met 31/12/2022 een nieuwe plug-inhybride personenwagen bestelt, behoudt de huidige en zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid conform de gramformule en dit gedurende de gans termijn dat deze stekkerhybride wordt gebruikt. In de realiteit ligt de fiscale aftrek van de autokosten meestal tussen de 96,3 % en 100 %. Het feit dat deze bestelde wagen dan pas in 2023 of nog later wordt geleverd speelt geen rol.
Wie vanaf 01/01/2023 een nieuwe plug-inhybride personenwagen bestelt, moet weten dat de fiscale aftrekbaarheid van de fossiele brandstof die men tankt met zo’n plug-in hybride personenwagen terugvalt tot maximaal 50 %, ongeacht het resultaat van de gramformule (dat doorgaans op een hoger percentage zal uitkomen). Om die reden kan het interessant zijn om de aankoop niet uit te stellen tot na 1 januari 2023, maar nog dit jaar actie te ondernemen. Als u met die hybride auto op elektriciteit rijdt dan blijft u die elektriciteitskosten aftrekken tegen de zeer voordelige fiscale aftrekbaarheid uit de gramformule.
Scharnierdatum: 1 juli 2023.
Wie een plug in hybride personenwagen pas op 01/07/2023 of later bestelt, krijgt in den beginne nog steeds een hoog aftrekbaarheidspercentage conform de huidige gramformule (maximaal 50% op de fossiele brandstofkosten). Maar die aftrekbaarheid van alle autokosten, inclusief elektriciteit, wordt vanaf 2025 gradueel afgebouwd:
- in 2025 naar 75 %
- in 2026 naar 50 %
- in 2027 naar 25 %
- in 2028 naar 0 %
Het volstaat dat de plug in hybride personenwagen vóór 30 juni 2023 besteld wordt. Dan behoudt u de huidige en voordelige fiscale aftrekbaarheid conform de gramformule gedurende de gans termijn dat u deze stekkerhybride wordt gebruikt (fossiele brandsatf maximaal 50% bij bestelling vanaf 01/01/2023). De wagen hoeft nog niet noodzakelijk vóór 30 juni 2023 geleverd te zijn.
Juiste startdata van fiscale regels
De juiste startdata van fiscale regels wordt bepaald volgens :
de bestelbon opgemaakt en ondertekend voor een startdatum van nieuwe regels door de verkoper en koper-belastingplichtige van het voertuig indien deze niet kiest voor een leasingformule.
de leasingovereenkomst ondertekend voor de startdatum van nieuwe regels door de leasegever en leasenemer-belastingplichtige indien deze beslist om een leasingformule aan te gaan.
U moet dus een onderscheid maken tussen aankoop met leasing/renting of zonder leasing/renting om de voorwaarde van het ondertekende leasing of renting contract als voorwaarde te stellen.
Bij leasing en renting is men immers niet de aankoper van het voertuig, slechts de economische eigenaar. De juridische eigenaar, en dus ook de aankoper is de leasingfirma of rentingfirma.
Voor zuiver elektrische auto’s hoeft u zich nog niet te haasten. Die kosten zijn hoe dan ook voor 100% aftrekbaar, aangezien ze geen CO2 uitstoten. Pas voor bestellingen vanaf 2027 zal voorzien worden in een geleidelijke afbouw van de aftrek. Die daalt geleidelijk aan naar 67,5% in 2031.
Doe uw voordeel met voorafbetaling belastingen
03 okt : 03:44 by William Keuninckx
De fiscus wil vennootschappen en éénmanszaken die een belastbaar resultaat behalen, stimuleren om voorafbetalingen te doen. Hiervoor werd het systeem van de verhoogde belastingvermeerdering ingevoerd. Voor het huidige inkomstenjaar 2022 blijven de vermeerderingen van 6,75% voor vennootschappen en 2,25% voor éénmanszaken behouden.
Hoe kan een belastingvermeerdering vermeden worden?
Deze voorafbetalingen moeten gebeuren binnen een vastgestelde termijn. Voor aanslagjaar 2023 – waarbij het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar – betaalt u vooraf op volgende data :
11 april 2022,
11 juli 2022,
10 oktober 2022
20 december 2022
Belangrijk te weten is dat het belastingvoordeel van de voorafbetaling daalt bij elke nieuwe termijn. Hierdoor is het niet meer mogelijk om aan een vermeerdering te ontsnappen als de eerste voorafbetaling pas uitgevoerd wordt voor de derde termijn, tenzij natuurlijk als er meer wordt betaald dan de geraamde belasting.
Om deze reden is het bijgevolg niet aan te raden om te wachten tot het einde van het jaar.
Voor het aanslagjaar 2023 (inkomsten 2022) is het bedrag van deze voordelen gelijk aan de som van volgende berekeningen voor vennootschappen:
Bedrag van de 1ste voorafbetaling (VA1) x 9,00%
Bedrag van de 2de voorafbetaling (VA2) x 7,50%
Bedrag van de 3de voorafbetaling (VA3) x 6,00%
Bedrag van de 4de voorafbetaling (VA4) x 4,50%
Het gemiddelde van deze percentages komt overeen met het tarief van de vermeerdering (6,75%).
Voor de éénmanszaken gelden de volgende percentages:
Bedrag van de 1ste voorafbetaling (VA1) x 3,00%
Bedrag van de 2de voorafbetaling (VA2) x 2.50%
Bedrag van de 3de voorafbetaling (VA3) x 2,00%
Bedrag van de 4de voorafbetaling (VA4) x 1,50%
Het overschot van de voorafbetalingen dat niet op de belasting is aangerekend, wordt terugbetaald.
Er is een uitzondering voor kleine vennootschappen en éénmanszaken. Hen kan gedurende de eerste drie boekjaren vanaf hun oprichting geen boete opgelegd worden wanneer ze niet tijdig overgaan tot voorafbetaling.
Bovendien kan u via een financiering alles door de bank laten storten op de eerste datum in april waardoor u meteen het maximaal voordeel geniet. Verder hebt u dan een maandelijkse spreiding van uw belastingen en voorkomt u onaangename verrassingen.
Hoe kan een belastingvermeerdering vermeden worden?
Deze voorafbetalingen moeten gebeuren binnen een vastgestelde termijn. Voor aanslagjaar 2023 – waarbij het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar – betaalt u vooraf op volgende data :
11 april 2022,
11 juli 2022,
10 oktober 2022
20 december 2022
Belangrijk te weten is dat het belastingvoordeel van de voorafbetaling daalt bij elke nieuwe termijn. Hierdoor is het niet meer mogelijk om aan een vermeerdering te ontsnappen als de eerste voorafbetaling pas uitgevoerd wordt voor de derde termijn, tenzij natuurlijk als er meer wordt betaald dan de geraamde belasting.
Om deze reden is het bijgevolg niet aan te raden om te wachten tot het einde van het jaar.
Voor het aanslagjaar 2023 (inkomsten 2022) is het bedrag van deze voordelen gelijk aan de som van volgende berekeningen voor vennootschappen:
Bedrag van de 1ste voorafbetaling (VA1) x 9,00%
Bedrag van de 2de voorafbetaling (VA2) x 7,50%
Bedrag van de 3de voorafbetaling (VA3) x 6,00%
Bedrag van de 4de voorafbetaling (VA4) x 4,50%
Het gemiddelde van deze percentages komt overeen met het tarief van de vermeerdering (6,75%).
Voor de éénmanszaken gelden de volgende percentages:
Bedrag van de 1ste voorafbetaling (VA1) x 3,00%
Bedrag van de 2de voorafbetaling (VA2) x 2.50%
Bedrag van de 3de voorafbetaling (VA3) x 2,00%
Bedrag van de 4de voorafbetaling (VA4) x 1,50%
Het overschot van de voorafbetalingen dat niet op de belasting is aangerekend, wordt terugbetaald.
Er is een uitzondering voor kleine vennootschappen en éénmanszaken. Hen kan gedurende de eerste drie boekjaren vanaf hun oprichting geen boete opgelegd worden wanneer ze niet tijdig overgaan tot voorafbetaling.
Bovendien kan u via een financiering alles door de bank laten storten op de eerste datum in april waardoor u meteen het maximaal voordeel geniet. Verder hebt u dan een maandelijkse spreiding van uw belastingen en voorkomt u onaangename verrassingen.
Ga naar pagina >>